Oorlogsdrama’s
De oorlog in de Oekraïne duurt nu al ruim een maand en het einde is nog lang niet in zicht. De horror en het onrecht knagen aan ons allemaal. Alsof het nog niet erg genoeg was, komt nu Butscha. Hoe kan één man zoveel leed veroorzaken? Dat je je land als vader of zoon moet verdedigen, klinkt heroïsche en noodzakelijk, maar dat je je leven moet geven vanwege een gek, die uit verbittering besluit een ander land binnen te vallen, kan het gezonde verstand eigenlijk niet bevatten. Hoe ga jij om met zoveel leed en onrechtvaardigheid? Ben jij een strijder of een relativist? Ben je bitter of somber? Volg je alle nieuws of sluit je er juist voor af?
Het is voor een normaal denkend mens bijna niet voor te stellen: van de één op andere dag is je land in oorlog. Je moet je land verdedigen of ontvluchten. Alles wat je voor vanzelfsprekend aannam, is opeens niet meer vanzelfsprekend. Wat doet oorlog met mensen? Voor de burgers van de Oekraïne staat het leven volledig op de kop: als je bezig was je bruiloft te organiseren, of je eerst kind verwachtte, je dissertatie schreef of zojuist een studie of nieuwe baan begon…dromen en verwachtingen vallen compleet in duigen. Het leven is plotsklaps niet meer wat het was. Vluchten of vechten? Het zijn wendingen die anno nu wreed en niet meer van deze tijd voelen.
Wat doet oorlog met ons Nederlanders? Sommige van ons moeten iets doen, worden actief, gaan inzamelen of nemen vluchtelingen in huis. Anderen voelen zich juist verlamd. Hoe dan ook, de verhalen raken ons hard: het verdriet, de pijn en onmacht komen hard binnen. Maar we worden ook in ons eigen besef van existentie bedreigd. Misschien maakt het je extra somber, angstig of boos. Ouderen krijgen herinneringen terug: zoals mijn moeder die spontaan begon te vertellen hoe een lichtbom naast haar boerderij insloeg tijdens de tweede wereldoorlog in Brabant. En wat doet het met kinderen en jongeren? Hoe uitdagend en transformerend is de wereld waarin zij opgroeien: klimaatveranderingen, Covid en nu zelfs dit. Een internationale derde wereld oorlogsdreiging, de wereld is zozeer in beweging, dat het gemakkelijk kan slaan op het gemoed.
Deze transformaties zijn voorspeld. We wisten al lang dat tijden van grote veranderingen op ons toekomen. We worden uitgenodigd om midden in het oog van de storm te gaan staan, en innerlijke sterkte te ontwikkelen. In zoveel uiterlijke tumult, kunnen we oefenen in een kalme, compassievolle geest. We worden door de natuur, de misdaad, oorlog en pandemie uitgenodigd om richting te kiezen en op te staan voor gerechtigheid.
Ondanks de recente wreedheden van Butscha, weten we dat de mens van nature niet wreed of oorlogszuchtig is. Uit onderzoeken blijkt dat ook onder soldaten aan het front slechts een klein percentage daadwerkelijk bereid is om te schieten op medemensen. Als ze orders van hun meerderen krijgen toe gebruld, blijken veel soldaten nog steeds niet te willen aanvallen. In Men Against Fire, het beroemd geworden onderzoek van kolonel en historicus Samuel Marshall uit 1946, blijkt de overgrote militaire meerderheid te vertikken om te schieten. Tijdens het beleg van Makin en later aan het Europese front, ontdekte Marshall dat slechts 15 tot 25 procent van de soldaten gericht schoot.
De meeste mensen zijn vredelievend, ze hebben een gezond empathisch vermogen en een goed ontwikkeld geweten. Alleen een kleine minderheid heeft of ontwikkelt een wrede gewetenloosheid en gaat over tot beestachtig gedrag als ze in de gelegenheid komen. In De meeste mensen deugen trekt Rutger Bregman dezelfde conclusie als Marshall: de meeste mensen zijn geen beesten. De meeste mannen zijn geen beesten.
Waarom geraken we er dan toch nog in? In mijn ogen zouden we veel meer aandacht moeten hebben voor de psychologie achter die kleine 15%-25%. Want hun dadendrang veroorzaakt een verhoudingsgewijs onwaarschijnlijk groot leed. Het kleine percentage dat in staat is het grote leed te veroorzaken. Degenen zonder empathisch vermogens, dolende zielen, narcistisch of getraumatiseerd…. wat doen we met dit persoonlijkheidstype? Mijn inziens kunnen we potentiële kenmerken al vroeg in de ontwikkeling van het kind opsporen. We kunnen gedrag in de eerste levensjaren, op basisscholen herkennen. Ik hoop dat nieuwe generaties meer oog krijgen voor de Macbeths van onze samenleving. Wat we vooral van Poetin en zijn oorlog leren, is dat de meeste mensen wél deugen en dat oorlog in zijn kern veroorzaakt wordt door gedrag van eenlingen. Psychologie is het enige zinvolle vakgebied dat ons toekomstig uit deze drama’s kan bevrijden. Wat Poetin ons laat zien is dat wij als wereldgemeenschap eenvoudigweg nog onvoldoende in staat zijn om machtswellustige eenlingen tijdig te stoppen, voordat ze de macht grijpen en dood en verderf zaaien.
Plaats een Reactie
Meepraten?Draag gerust bij!